De gevolgen van schaarste

Vincent Ketting in zijn column voor Bouwwereld

Al sinds jaar en dag heeft ons bureau een sterke kostendeskundigheid. Die expertise vinden we belangrijk. Daardoor kunnen we onze opdrachtgevers zo goed en volledig mogelijk bedienen met precieze marktconforme kostenramingen.

Voor een goede kostenraming gebruiken we vanaf het structuurontwerp ook het BIM-model, zodat er weinig of geen omissies in hoeveelheden kunnen ontstaan. De hoeveelheden in dat model koppelen we met de kostenregels in ons calculatieprogramma. Aanpassingen in het ontwerp, of bijvoorbeeld het materiaal, resulteren zo automatisch in een aangepaste begroting. Voor de indexering van prijzen gebruiken wij onder andere de indices van Bureau Documentatie Bouwwezen (BDB). Ook kijken we naar de kostenanalyses van onze gerealiseerde projecten, die ervaring nemen we mee. Het behoed ons voor onverhoedse missers in de raming, terwijl we de marktconformiteit zo goed mogelijk benaderen. Hiermee lijkt alles goed geregeld en komen we beslagen ten ijs.

 

De prijsstijgingen van de afgelopen 2 à 3 kwartalen liegen er echter niet om. Steeds vaker zien we dat de ingediende begroting van de aannemer ruim boven (niet door ons bepaalde) budget uitvalt.  Dit is het gevolg van de stijgende energie- en materiaalprijzen, hout, staal en beton. Maar ook de stijgingen in kosten voor installatietechniek en loon - vanwege de schaarste aan personeel in de branche – leiden ertoe dat bouwbedrijven hogere realisatiekosten afgeven. De coronacrisis draagt schijnbaar bij aan een algemene schaarste met grote impact op bouwsector.

 

Het aantal projecten neemt nog steeds toe en er lijkt meer dan voldoende werk voor de gehele branche. Er is veel geld gespaard (tijdens de coronacrisis) en samen met de nog steeds lage rentestanden zorgt dit voor flinke investeringen. Echter, we zien ook genoeg projecten die in de koelkast belanden. Ze zijn gewoonweg niet haalbaar of exploitabel. Kijk maar eens naar het plan voor het nieuwe Feyenoord stadion waar nu de stekker uit getrokken is. Feyenoord heeft van het aannemersconsortium een nieuwe aanbieding ontvangen die de businesscase om zeep heeft geholpen.

 

Als je enkel naar de stijgende verkoopprijzen van woningen kijkt, lijkt dit marktsegment weinig problemen te ondervinden. Maar iedereen kent de enorme krapte in deze markt met grote problemen aan de aanbodkant. Ook hier zien we dalende marges bij bouwbedrijven door de stijgende materiaalprijzen. We zien nog geen einde aan de stijgende energiekosten, maar voorzichtig lijken de materiaalprijzen zich te stabiliseren. Of dit laatste komt door een dalende vraag is lastig in te schatten.

 

Ik las in een recent onderzoek van een grote Nederlandse bank over de ontwikkelingen in de bouwsector dat de stichtingskosten voor bouwwerken het afgelopen jaar zijn gestegen met 18 procent. Realisatie- en bouwbudgetten worden vastgesteld in de initiatieffase van een project maar met een indexering van deze omvang houdt niemand rekening. Extra inspanningen door alle betrokken partners zijn dan nodig om een project toch haalbaar te maken.

 

Dat brengt mij terug bij het begin van mijn column. Niemand, en dus ook wij niet, hadden deze omvangrijke prijsstijgingen kunnen voorspellen. Ook niet met de BDB-index in de hand. De marktconformiteit moet echt blijken uit de prijzen die we uit de markt krijgen. Die stijgen nog steeds en het einde van de stijging is nog niet in beeld. Voor dit jaar is in ieder geval voorspeld dat de bouwsector een omzetgroei zal doormaken van ca. 8 procent. In 2021 was dit 14%. Voorlopig dus nog steeds een mooie prognose, en lijkt er weinig aan de hand. Zolang er maar voldoende geld beschikbaar is in alle geleding van de markt, ook bij de particuliere woningbezitter.

 

#1 2022 | De column van Vincent (partner EGM architecten) is te lezen in elke editie van Bouwwereld - de wereld achter architectuur en bouwtechniek.